Bel 033 4602302 of mail naar info@spigt.nl

Huurprijsverlaging (art. 7:252b lid 1 BW)

Art. 7:252b lid 1 BW bepaalt dat (ook) een huurder van een zelfstandige woning waarvan de huurprijs op basis van art. 7:252a lid 1 is verhoogd, een voorstel ex art. 7:252 BW kan doen tot verlaging van de huurprijs op de grond dat het huishoudinkomen ex art. 7:252a lid 2 onderdeel b, waarop een zodanige verhoging is gebaseerd, is gedaald en daarmee:

  1. gelijk is aan of lager is dan het in art. 14 lid 1 van de Wet op de huurtoeslag betrokken genoemde bedrag,
  2. gelijk is aan of lager is dan het in art. 10 lid 2 eerste volzin onderdeel a Uw HW eerstgenoemde bedrag, of
  3. hoger is dan het in onderdeel b bedoelde bedrag, doch gelijk is aan of lager is dan het in art. 10 lid 2 eerste volzin onderdeel b Uw HW genoemde bedrag.
Inkomensgegevens (art. 7:252b lid 2 BW)

Indien een voorstel als bedoeld in art. 7:252b lid 1 BW wordt gedaan, verstrekt de huurder gegevens met betrekking tot de betrokken huishoudinkomens. Bij regeling van de minister wordt bepaald welke gegevens de huurder verstrekt (art. 7:252b lid 2 BW).

Indien een overeenkomst tot wijziging van de huurprijs tot stand komt naar aanleiding van een voorstel daartoe, dat niet voldoet aan art. 7:252b lid 2 BW, is de verlaging van de huurprijs op basis van een voorstel als bedoeld in art. 7:252b lid 1 BW niet mogelijk, tenzij blijkt dat de verhuurder niet door het verzuim is benadeeld (art. 7:252b lid 3 BW).