Begrip
Onroerende aanhorigheden zijn zaken en voorzieningen die deel uitmaken van het huurobject. Volgens art. 7:233 BW vallen de onroerende aanhorigheden van een gebouwde onroerende zaak eveneens onder het begrip woonruimte en daarmee onder de huurbescherming en huurprijsbescherming van Titel 4 ('Huur'), afdeling 5 ('Huur van woonruimte').
Wanneer onroerende aanhorigheid?
Of een zaak of een voorziening een onroerende aanhorigheid is, is afhankelijk van de overeengekomen bestemming en de aard daarvan. Aanhorig is de voorziening die volgens de huurovereenkomst tot het gehuurde behoort, mits de huurder daarvan ook in overwegende mate het feitelijke en exclusieve gebruik heeft.
Belang
Of een zaak of een voorziening een onroerende aanhorigheid is, is om twee redenen van belang:
- de beschikkingsbevoegdheid van de huurder of verhuurder;
- de toerekening van de kosten; stichtings- en exploitatiekosten van onroerende aanhorigheden dienen uit de huurprijs te worden voldaan, nu die op grond van art. 7:237 lid 2 BW de vergoeding vormen voor het gebruik van de woonruimte en daarmee van de aanhorigheden. Zij mogen niet als servicekosten aan de huurder worden doorberekend. Zie voor rechtspraak: samenstelling servicekosten.