Bel 033 4602302 of mail naar info@spigt.nl

Uitgangspunt volgens art. 7:259 BW is dat de verhuurder overeengekomen servicekosten in rekening mag brengen. Rioolverstopping is kleine herstelling voor rekening van de huurder. Tuinonderhoud is dit ook, maar is niet overeengekomen.

Uitgangspunt

Volgens art. 7:259 BW mag de verhuurder voor servicekosten het overeengekomen bedrag in rekening brengen.

In art. 7:237 lid 2 BW is bepaald dat onder servicekosten wordt verstaan de vergoeding voor de overige zaken en diensten die geleverd worden in verband met de bewoning van de woonruimte. In het Besluit servicekosten zijn zaken en diensten aangewezen waarvan, indien tussen partijen overeengekomen en geleverd/verleend, de kosten in ieder geval als servicekosten worden aangemerkt. Appellant is in ieder geval gehouden de kosten van de in de huurovereenkomst overeengekomen zaken en diensten te betalen, voor zover uiteraard geleverd. Ook na de totstandkoming van de huurovereenkomst kunnen partijen nader zijn overeengekomen dat bepaalde zaken en diensten worden geleverd in het kader van de bewoning van de woonruimte. Dat hoeft niet uitdrukkelijk te zijn overeengekomen; dit kan ook stilzwijgend zijn gegaan.

Rioolverstopping

Appellant betwist op zichzelf niet dat geïntimeerde kosten heeft gemaakt in verband met een rioolverstopping. Hij stelt dat deze werkzaamheden niet als kleine herstellingen in de zin van het Besluit kleine herstellingen zijn te kwalificeren en dat deze kosten daarom niet aan hem mogen worden doorberekend. Deze stelling is onjuist, gelet op het bepaalde onder n. in bijlage 1 bij artikel 1 van het Besluit kleine herstellingen.

Tuinonderhoud

Tuinonderhoud is onder l. in de bijlage bij het Besluit kleine herstellingen aangewezen als kleine herstelling die op grond van art. 7:217 BW voor rekening van de huurder komt. In beginsel moeten de huurders dan ook de tuin van het appartementencomplex zelf onderhouden. Verhuurder heeft de huurders enkel meegedeeld dat het tuinonderhoud zal worden uitbesteed. Instemming van de huurders wordt niet gevraagd. Over kosten wordt in deze brief niet gesproken. Appellant had op zichzelf kennelijk geen bezwaar tegen het onderhoud van de tuin door een hovenier. Daaruit kan echter niet worden afgeleid dat hij tevens geen bezwaar had tegen het in rekening brengen van de kosten van dat tuinonderhoud, te minder niet nu over die kosten door geïntimeerde helemaal niet werd gerept.