-
ondertoezichtstelling. Een ondertoezichtstelling die van rechtswege na verloop van de door de kinderrechter eerder bepaalde duur is geëindigd, kan niet worden verlengd. Het verzoek van de vader is niet toewijsbaar.
artikel 1:260 lid 1 jo. 1:255 lid 1 BW, artikel 1:260 lid 2 BW.
-
Eindvonnis na deskundigenbericht, handschriftdeskundige
-
Beroepsaansprakelijkheid, artikel 7:401 BW, redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur, eigen schuld, bewijsopdracht
-
Eiser is tijdens de coronademonstratie in Rotterdam op 19 november 2021 door de Politie in zijn been geschoten. Eiser stelt de Politie aansprakelijk voor de schade die hij als gevolg hiervan heeft geleden. De rechtbank komt tot de conclusie dat de Politie een beroep op noodweer toekomt. De vorderingen van eiser worden afgewezen.
-
‘ondanks gewichtige redenen die tot het ontslag van de ouders als bewindvoerders konden leiden, heeft het hof in het belang van de betrokkene de ouders toch weer benoemd tot bewindvoerders. Geen grond aanwezig voor ontslag van de ouders als mentoren.’
-
Afrekening servicekosten. Geen vast bedrag aan servicekosten overeengekomen. Eiseres heeft, ondanks daartoe meerdere keren in de gelegenheid te zijn gesteld, onvoldoende haar stelling onderbouwd dat gedaagden nog een bedrag aan servicekosten verschuldigd zijn. Veel onduidelijkheden.
-
Schadevordering werkgever. Opzet van werknemer bij verdwijning van laptops.
Arbeidsrecht WWZ.
-
Het hof wijst met ingang van datum beschikking het inleidend verzoek van de raad om de minderjarige onder toezicht te stellen alsnog af. Er is sprake van twee ouders die – beiden om redenen die zij in het belang van de minderjarige achten – niet meewerken aan de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Hierdoor kan de hulp die noodzakelijk is om de ernstige ontwikkelingsbedreiging weg te nemen...
-
Volwassen kind nog inwonend bij ouder. Medehuurderschap 7:268 afgewezen. Financiële verwevenheid niet gebleken, meer mantelzorg relatie.
-
Ambtshalve toetsing van de informatieplichten en de algemene voorwaarden van NS. De kantonrechter is van oordeel dat de overeenkomst met betrekking tot het huren van een OV-fiets moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst binnen de verkoopruimte in de zin van artikel 6:230l BW. De eisende partij heeft met de overgeleg...
-
Artt. 354 lid 1 Fw en 358 lid 4 Fw; hoger beroep van vonnis waarin de schudsaneringsregeling vanwege einde looptijd is beëindigd met verlening van de schone lei; het staat (nog) niet vast dat de schuld van de crediteur die in hoger beroep is gekomen onder de van de schone lei uitgezonderde schulden van art. 358 lid 4 Fw valt; geïntimeerde (saniet) mocht tijdens de schuldsaneringsregeling proced...
-
Gezag. Hoofdverblijfplaats. Bekrachtiging bestreden beschikking.
Artikel: 1:253n BW. 1:253a BW.
-
Huur woonruimte. Dringend eigen gebruik. Beroep op dringend eigen gebruik onvoldoende aannemelijk. Geen belangenafweging.
Wetsartikel: 7:274 lid 1 aanhef en onder c BW
-
art. 202 Rv / toewijzing van het verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht
-
Ambtshalve toetsing informatieplichten en algemene voorwaarden van NS. Artikel 6:230v lid 7 BW geschonden. Aan overige informatieplichten is voldaan, ook mbt overeenkomst huren OV-fiets. Oneerlijk incassobeding, prijswijzigingsbeding en beding mbt correctietarieven.
-
Ambtshalve toetsing van de informatieplichten en de algemene voorwaarden van NS. Artikel 6:230m sub h en 6:230v lid 7 BW geschonden. Oneerlijk incassobeding.
-
Kinderalimentatie
Bijdrage jongmeerderjarige
Bekrachtiging. Het hof kan geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden vaststellen.
-
Werkgeversaansprakelijkheid. Arbeidsongeval zzp'er op bouwplaats. Onderzoek Arbeidsinspectie opgevolgd door strafrechtelijk onderzoek. Openbaar Ministerie concludeert in civiele procedure (artikel 42 Rv). Waardering getuigenbewijs. Meineed.
-
Tussenvonnis. Ambtshalve toetsing van de Algemene voorwaarden parkeren Parking aan Zee BV. Artikelen 5.6, 5.8, 7.5, 8.1, 8.2 en 8.3 vermoedelijk oneerlijk. Eiser krijgt de gelegenheid zich hierover uit te laten.
-
Verjaring. Inbezitneming.
-
Verhuurder/woningcorporatie verhuurt een woning aan huurder. I.v.m. incidenten in het verleden zijn partijen ook een gedragsovereenkomst aangegaan. Verhuurder stelt dat ontruiming van de woning gerechtvaardigd is, omdat - gelet op de gedragsovereenkomst - de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd of omdat sprake is van verschillende tekortkomingen die ieder op zich maar in iede...
-
Omgangsregeling. Informatieplicht. Proceskostenveroordeling. Bekrachtiging bestreden beschikking.
Artikel: 1:377a lid 2 BW.
-
Kort geding; voldoende aannemelijk dat horeca-exploitatievergunning van coffeeshophouder niet is vervallen op grond van artikel 2:29 APV Amersfoort; gemeente legt uitzondering voor overmacht in dat artikel te restrictief uit; sluiting coffeeshop door burgemeester levert in dit geval geen overmacht op, maar diefstal en beschadiging tijdens die sluiting wel; overmacht loopt door gedurende werkzaa...
-
Vernietiging machtiging tot uithuisplaatsing. Ondanks de zorgen over wat de minderjarige meekrijgt van het wantrouwen van de moeder richting de vader, acht het hof een machtiging tot uithuisplaatsing niet proportioneel.
-
Eindvonnis na deskundigenbericht. Causaal verband tussen werkomstandigheden en gezondheidsklachten is te onzeker en onbepaald voor toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Werkgever is proportioneel aansprakelijk voor 20% van de schade.
-
“Betreft een vordering in kort geding tot betaling van een voorschot op schadevergoeding. Rentree heeft een vonnis met een veroordeling tot ontruiming geëxecuteerd, althans daarmee gedreigd waarna de huurder het gehuurde heeft verlaten, waarna dat vonnis in hoger beroep is vernietigd. Dat levert een onrechtmatige daad op jegens de huurder. In afwachting van de bodemprocedure wordt in dit kort g...
-
NN
-
Bekrachtiging vervangende toestemming erkenning. Niet gebleken dat na erkenning een onderscheid zal ontstaan tussen de minderjarige en haar halfzus, dat de man de minderjarige van de moeder wil afpakken of dat erkenning niet in het belang van de minderjarige is.
-
uithuisplaatsing. rechtmatigheidstoets. Bekrachtiging in verband met zorgen over vaardigheden en emotieregulatie moeder.
-
Huur. Deur van een huurwoning beschadigd na politieinval. Politie heeft zoon van huurder opgepakt in de woning. Woningstichting vordert dat huurder veroordeeld wordt om de schade aan de deur te betalen. De kantonrechter is van oordeel dat de huurder aansprakelijk is voor de reparatiekosten. Huurder heeft ervoor gekozen om zoon, die in het verleden veelvuldig in aanmerking is geweest met politie...
-
Pensioenrecht. Verevening tijdens huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen.
-
Arbeidsrecht WWZ. Niet voldaan aan herplaatsingsvereiste
-
Partijen zijn gescheiden, maar hebben nog een gezamenlijke woning in Suriname. De vorderingen hebben betrekking op deze woning. De meeste vorderingen worden afgewezen, maar de vrouw moet de man wel een vergoeding betalen voor de eigenaarslasten en de kosten van onderhoud.
-
Inhoud: in geschil is of het tussen partijen geldende nevenwerkzaamhedenbeding nietig of ongeldig is. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. De werkgever mag de werknemer verbieden om zijn nevenwerkzaamheden te verrichten als functie binnen de gemeente. Het hof is van oordeel dat de integriteit van overheidsdiensten in dit geval een objectieve rechtvaardigingsgrond oplevert voor dit nevenwe...
-
Werknemer is na een dienstverband van 35 jaar ten onrechte op staande voet ontslagen. De arbeidsovereenkomst is ontbonden op de e-grond. De gedragingen van de werknemer zijn verwijtbaar, maar kwalificeren niet als ernstig verwijtbaar handelen en nalaten. Aan de werknemer komen daarom de bedragen aan achterstallig loon en transitievergoeding toe.
Arbeidsrecht Wwz.
-
Echtscheidingsconvenant. Uitleg gemaakte afspraken aan de hand van de zogeheten Haviltex-maatstaf.
-
beroep op verrekening
-
Hoger beroep van ECLI:NL:RBGEL:2022:1459.Geen tekortkoming in nakoming adviesovereenkomst over betontegels. Geen non-conformiteit.
-
Verlenging uithuisplaatsing. Belanghebbend of informant?
-
Geschil over afrekening samenwerking bestaand uit aankopen, verbouwen, verhuren en verkopen van panden. Eindarrest.
-
Beëindiging huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik 7:274 lid 1 sub c BW.
-
Hoger beroep van ECLI:NL:RBGEL:2022:5238. 2:248 BW Bestuurders niet aansprakelijk: vermoeden van art. 2:248 lid 2 BW ontzenuwd.
-
Hoger beroep van ECLI:NL:RBMNE:2022:2123. Aanneemgeschil over vloer in cleanroom en vrijwaringszaak van producent tegen verzekeraar. Uitleg van algemene voorwaarden en verzekeringsvoorwaarden.
-
Geldlening moet worden terugbetaald met rente en kosten.
-
Artikel 186 Rv. Toewijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor. Vermoedens opzetaanrijding.
-
Toewijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor. Wat feitelijk bewezen moet worden is voldoende duidelijk geworden. Geen strijd met de goede procesorde of misbruik van bevoegdheid.
-
Civiel recht. Bodemzaak. Afwijzing vorderingen tot betaling van een contractuele boete en gevolgschade wegens een latere levering van de woning dan aanvankelijk overeeengekomen was. Afwijzing vorderingen die gebaseerd zijn op dwaling dan wel non-conformiteit omdat niet binnen bekwame tijd na ontdekking van de gebreken geklaagd is (artikel 7:23 BW).
-
Appartementsrecht. Verzoek tot vernietiging van een besluit voor zover daarbij geen toestemming wordt verleend voor het verhuren van het appartement aan meer dan één huurder/gebruiker. Anders dan de kantonrechter, die het besluit nietig heeft verklaard, wijst het hof het verzoek tot vernietiging van het besluit af.
Wetsartikelen 2:8, 2:15, 5:130 BW.
-
Artikel 186 Rv.
Hoger beroep. Het hof wijst het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor af. Onvoldoende duidelijk is geworden op welke nog onbekende feiten het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor is gericht.
-
Onbetaalde zorgpremie. Vorderingen toegewezen. Dat de premie niet automatisch is afgeschreven van zijn rekening komt voor rekening en risico van gedaagde. De incassokosten worden ook toegewezen. De kantonrechter is van oordeel dat de veertiendagenbrief bij gedaagde is bezorgd. Daarbij is van belang dat eiseres in totaal zeven brieven heeft gestuurd naar gedaagde en dat gedaagde de betwisting va...