Besluit Servicekosten
Art. 7:237 lid 3 BW, derde volzin bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur zaken en diensten kunnen worden aangewezen waarvoor de vergoeding moet worden aangemerkt als servicekosten.
Die algemene maatregel van bestuur betreft het Besluit servicekosten. In Bijlage 1 bij art. 1 van het Besluit staat een niet limitatieve opsomming van zaken en diensten die als servicekosten worden aangemerkt.
Rechtspraak
- Rb. Midden-Nederland (ktr) 11-09-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4304 (Woonpalet Zeewolde/Huurders)
De verhuurder kan alleen onderhoudskosten van een gemeenschappelijke tuin als servicekosten in rekening brengen als a) de tuin volgens contract deel uitmaakt van het gehuurde als onroerende aanhorigheid; b) overeengekomen is dat de dienstverlening van de verhuurder het tuinonderhoud omvat; c) de tuin (exclusief) bestemd is voor gebruik door bepaalde huurders; d) voorzieningen de beslotenheid waarborgen, de niet toegankelijkheid van niet-huurders. - Rb. Midden-Nederland (ktr) 17-04-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:2144
Kosten die bij de huurovereenkomst niet zijn vermeld, maar wel zijn gemaakt, maken deel uit van de huurprijs. Het eigenaarsdeel OZB, de rioolheffing en de watersysteemheffing zijn geen servicekosten. Niet overeengekomen administratiekosten mogen in rekening worden gebracht. 5% vormt een redelijk percentage. - Rb. Overijssel (ktr) 19-02-2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:593
Een warmte-installatie valt onder het begrip 'onroerende aanhorigheden' behorend bij woonruimte ex art. 7:233 BW. De daarmee gemoeide kosten maken deel uit van de huurprijs en zijn geen servicekosten. - Rb. Zeeland-West-Brabant (ktr) 08-03-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:1296
Zuiveringsheffing, ophalen huisvuil en kosten voor eindschoonmaak zijn geen servicekosten. - Rb. Rotterdam (ktr.) 07-08-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:5654
Bij het verhuren van woningen in een complex treedt onvermijdelijke leegstand op als gevolg van het opnieuw gebruiksklaar maken van de woning na een verhuizing, ook wel 'frictieleegstand' genoemd. Volgens de artt. 7:237 lid 3 en 7:259 lid 1 BW komen in beginsel uitsluitend overeengekomen en daadwerkelijk gemaakte kosten voor doorberekening aan de huurder in aanmerking. Derving van servicekosten door leegstand vormt geen dienst. - Rb. Midden-Nederland (ktr.) 12-03-2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:954
Volgens art. 7:217 BW komen kleine herstellingen voor rekening van de huurder. De vraag wanneer sprake is van een ‘kleine herstelling’ is op grond van art. 7:240 BW vastgelegd in de bijlage bij het Besluit kleine herstellingen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen herstellingen binnen en buiten het voor woonruimte bestemde gedeelte. Indien de kleine herstellingen in of aan de woning zelf en niet die ter zake van gemeenschappelijke onroerende aanhorigheden zijn bedoeld is dit blijkens de Memorie van Toelichting bij het Besluit expliciet aangegeven. De in de bijlage bij artikel 1 van het Besluit kleine herstellingen onder d. genoemde herstellingen mogen slechts aan de huurder worden doorberekend voor zover ze zich bevinden binnen het woonruimtegedeelte van het gehuurde en dat de onder e. genoemde herstellingen ook mogen worden doorberekend indien deze zich in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. - Rb. Maastricht (ktr) 24-08-2011, ECLI:NL:RBMAA:2011:BW8374
Een HR-ketel is een onroerende zaak en de kosten van de huur van die ketel worden geacht in de huurprijs te zijn verrekend tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen. Beveiligingskosten zijn in beginsel servicekosten indien uitdrukkelijk overeengekomen. - Rb. Alkmaar (ktr.) 05-10-2009, ECLI:NL:RBALK:2009:BK1165
Servicekosten maken deel uit van primaire kosten van bestaan. Het zonder vooraankondiging met terugwerkende kracht in rekening brengen van servicekosten, nadat deze 'tot nadere order' niet waren doorberekend, is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.