Art. 3 lid 3 Richtlijn 93/13. Bedrijfsmatige verhuur. Geen limiet aan boete. Boetebeding is daarom nietig.
Bedrijfsmatige verhuur
De bedingen op grond waarvan de boetes worden gevorderd betreffen een algemene voorwaarde. Nu uit de dagvaarding blijkt dat Stadgenoot een bedrijfsmatige verhuurder is en gedaagde een consument, zal de kantonrechter op grond van vaste rechtspraak van het Hof van Justitie te Luxemburg (onder andere HvJ EG arrest van 4 juni 2009, C-243/08; Pannon) ambtshalve hebben te beoordelen of de bedingen onredelijk bezwarend zijn en daarmee nietig.
Art. 3 lid 3 Richtlijn
Ingevolge art. 3 lid 3 van de Richtlijn oneerlijke bedingen kunnen als oneerlijk worden aangemerkt onder meer de bedingen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze richtlijn. Tot die bedingen behoort het beding (artikel 1 aanhef en onder e) dat tot doel of tot gevolg heeft βde consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen.β
Boete in geen verhouding tot de schade
Geen matiging boete
Dit betekent dat op grond van art. 3:40 lid 2 BW in verbinding met art. 6:233 aanhef en onder a BW het boetebeding nietig is.