Voor de verhuurder van woonruimte gelden zes opzeggingsgronden (art. 7:274 lid 1 BW):
- Slecht huurderschap.
- De verhuurder doet een beroep op een diplomatenclausule.
- Dringend eigen gebruik van de verhuurder.
- De huurder wijst een redelijk aanbod voor een nieuwe huurovereenkomst af.
- De verhuurder wijzigt de bestemming van het gehuurde volgens het bestemmingsplan.
- Beëindiging hospitaverhuur na belangenafweging..