Geen opzegging (art. 7:271 lid 1 BW)
Een huurovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt in het algemeen door het verstrijken van die tijd, zonder dat daarvoor een opzegging vereist is (art. 7:228 lid 1 BW). Deze bepaling geldt niet bij woonruimte die voor langere bepaalde tijd wordt verhuurd. Er moet, volgens art. 7:271 lid 1 BW, eerste volzin, opgezegd worden.
Echter, voor de volgende huurovereenkomsten voor woonruimte geldt art. 7:228 lid 1 BW wél (zie art. 7:271 lid 1 BW, tweede volzin) en hoeft er niet opgezegd te worden:
- huurovereenkomsten korter dan twee jaar bij een zelfstandige woning, een woonwagen of een standplaats;
- huurovereenkomsten korter dan vijf jaar bij niet-zelfstandige woonruimte.
Aanzegplicht (art. 7:271 lid 1 BW)
Er geldt ten aanzien van de huurovereenkomst voor een korte bepaalde tijd wel voor de verhuurder een aanzegplicht (art. 7:271 lid 1 BW, tweede volzin).
Tussentijdse opzegging huurder
De voor bepaalde tijd aangegane huur, bedoeld in art. 7:271 lid 1 BW, tweede volzin, kan door de huurder voor het verstrijken van de bepaalde tijd, dus tussentijds, worden opgezegd tegen een voor betaling van de huurprijs overeengekomen dag.
Verlenging
Als na afloop van een voor bepaalde tijd van twee resp. vijf jaar of korter aangegane huur met dezelfde huurder aansluitend opnieuw een huurovereenkomst wordt aangegaan, wordt deze laatste overeenkomst opgevat als een verlenging voor onbepaalde tijd van eerstgenoemde huurovereenkomst (art. 7:271 lid 1 BW, derde volzin).
Deze bepaling sluit aan bij het voor alle huurregimes geldende art. 7:230 BW, dat bepaalt, dat, indien na afloop van een huurovereenkomst de huurder met goedvinden van de verhuurder het gebruik van het gehuurde behoudt, de overeenkomst, ongeacht de tijd waarvoor zij was aangegaan, voor onbepaalde tijd wordt verlengd, tenzij van een andere bedoeling blijkt.
Dwingend recht
Art. 7:271 lid 7 BW bepaalt dat een afwijking van art. 7:271 BW nietig is.
Huurovereenkomst met minimumcontractsduur
De huurovereenkomst voor bepaalde tijd die van rechtswege eindigt, moet worden onderscheiden van de huurovereenkomst met een minimumcontractsduur.